In 2013 gaf het Centraal Joods Overleg opdracht tot het doen van onderzoek naar onteigend Joods onroerend goed. Het onderzoek werd uitgevoerd en mede gefinancierd in nauwe samenwerking met Stichting Platform Israel (SPI).
De vraag of Joods onteigend onroerend goed behoorlijk is gerestitueerd, is niet beantwoord bij eerdere grote onderzoeken die in het kader van restitutie hebben plaatsgevonden. De restitutie in de naoorlogse jaren heeft niet plaatsgevonden met behulp van een lijst met álle onteigende onroerende goederen, maar op basis van wat de (erfgenamen van) de oorspronkelijke eigenaren aan individueel onteigend onroerend goed claimden. In het Nationaal Archief ligt een verzameling Grundstuck-boeken , waarin in beginsel alle onteigende goederen zijn geregistreerd. Deze boeken zijn weliswaar niet meer volledig, maar zijn ook in hun onvolledigheid nooit grondslag geweest voor onderzoek.
Vraagstelling en Conclusies
Een van de vragen waarop antwoord is gezocht is of volledig of in hoeverre onvolledig restitutie heeft plaatsgevonden van alle onteigende onroerende goederen. Daarnaast werd de vraag gesteld in hoeverre dit naar billijkheid heeft plaatsgevonden. Als belangrijkste conclusies worden genoemd:
- Bij de meerderheid van de casussen in de steekproef heeft ‘administratief rechtsherstel’ plaatsgevonden.
- Rechtsherstel bij huizen betekent dat de percelen zijn teruggegeven
- Rechtsherstel bij de landbouwgronden betekent dat deze in ca drie kwart van de gevallen zijn teruggegeven en dat er in bijna een kwart van de gevallen sprake was van een vervangende regeling.
- Bij de landbouwgronden en huizen zien we ongeveer dezelfde mate van geen rechtsherstel. (bij huizen iets meer dan 1%, bij landbouwgronden bijna 2 %)
Het onderzoek ‘Rechtsherstel na de Tweede Wereldoorlog van geroofd joods onroerend goed. Inzicht in een Administratief Proces van Maarten-Jan Vos en Serge ter Braake is uitgegeven bij uitgeverij Boom Amsterdam.
Uit: Rechtsherstel na de Tweede Wereldoorlog van Geroofd Joods Onroerend goed door Maarten-Jan Vos en Serge ter Braake p. 98, ‘De belangrijkste conclusies van dit onderzoek zijn’.