Toespraak Ron van der Wieken tijdens de Kristallnachtherdenking

door | nov 9, 2016 | Nieuws

IMG_0185.01

Geachte aanwezigen,

Vanavond herdenken wij de Kristallnacht. Op 9 november 1938, precies 78 jaar geleden vond iets gruwelijks plaats, een pogrom in heel Duitsland met veel doden en gewonden en enorme schade. Die nacht ontdeed Nazi-Duitsland zich van zijn masker en maakte het, openlijk en onbeschaamd, een begin met de vernietigingsoorlog tegen de Joden. Gewone, gezagsgetrouwe burgers, onvoorbereid en onbewapend en meestal weerloos. Vluchten was vrijwel onmogelijk, ook doordat bijna geen land ter wereld Joden wilde opnemen. Ook Nederland niet. Velen hadden kunnen overleven, hun leven kunnen uitleven, in plaats van slachtoffer te worden van één van de allergrootste massamoorden in de geschiedenis van de mensheid. Als er toen een vrije en onafhankelijke Joodse staat was geweest.  Als Israël toen had bestaan.

Maar dat was niet zo, en de afloop is u allen bekend.

Het is vandaag 78 jaar geleden. Een mensenleeftijd. De vraag rijst: moeten we dit zolang nadien nog herdenken? De wereld heeft sindsdien zoveel andere catastrofes gezien; waarom is er nog steeds een Kristallnachtherdenking nodig?

Er zijn twee elkaar aanvullende antwoorden. Het eerste antwoord is dat de Kristallnacht glashelder aantoont hoe snel en hoe volledig een misdadige politieke filosofie een gehele natie in zijn greep kan krijgen.  En in het verlengde daarvan: hoe vanzelfsprekend herhaald verbaal geweld op den duur over gaat in fysiek geweld. Altijd. Deze dubbele les moeten wij, Nederlanders en Europeanen, ons ter harte nemen, evenzeer als Israeli’s en Amerikanen, elke dag weer, opdat het ons niet nog eens overkomt.

Het tweede antwoord waarom wij moeten blijven herdenken ligt in het feit dat het specifieke waansysteem dat aan de basis lag van de vernietigingsoorlog tegen de Joden nog steeds bestaat en weer meer en meer volgelingen krijgt: dit waansysteem, de Jodenhaat, is diep verankerd in het Europese onderbewustzijn. In mijn jeugd, de jeugd van de babyboom generatie, in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog, leek het oude antisemitisme getemd. Bij velen die zelf vreselijke dingen hadden meegemaakt heerste er een voorzichtig optimisme maar ik herinner me de woorden van een oude oom dat iets dat 2000 jaar in dit werelddeel had geheerst niet zomaar zou verdwijnen. En inderdaad is de veelkoppige draak van het antisemitisme weer geheel terug in onze westerse realiteit. Jodenhaat kent vele vormen: De klassieke, christelijk- geïnspireerde beschuldiging van godsmoord, de aantijgingen van uitbuiting en zelfverrijking, de verdenking van zucht naar wereldheerschappij en de betichting van onze raciale minderwaardigheid. Kwaadaardige drakenkoppen die nog steeds allemaal naast elkaar bestaan.

En er zijn níeuwe vormen van Jodenhaat: In de eerste plaats het antizionisme. Velen aarzelen: men mag toch wel kritiek hebben op  de regering van Israël? Jazeker mag dat; kritiek is de kunstmest van de democratie. Kritiek op de Nederlandse politiek bijvoorbeeld is dagelijkse kost. Maar nog nooit heb ik iemand de conclusie horen trekken dat daarom de staat der Nederlanden maar moet verdwijnen. Het antizionisme daarentegen ijvert er wel degelijk voor om het Joodse volk zijn eigen staat te ontnemen, een staat die letterlijk van levensbelang is voor het voortbestaan van het Joodse volk. Het antizionisme is niet meer dan een doorzichtige list, om door een andere naam aan te nemen te ontkomen aan de beschuldiging van discriminatie en antisemitisme. Maar het is gewoon onversneden, eenduidige Jodenhaat.

Relatief nieuw in onze streken is de Islamistische Jodenhaat. Velen in de Joodse gemeenschap zijn intensief betrokken bij de dialoog met Islamitische medeburgers en we ontmoeten daarin waardevolle en goedwillende gesprekspartners. Partners om een maatschappij van etnische en religieuze gelijkwaardigheid en onderling respect mee op te bouwen. Juist daardoor valt het ons soms moeilijk om de realiteit van de Islamistische Jodenhaat te berde te brengen.

Wie echter een blik slaat op het massale en kwaadaardige antisemitisme in de Arabische pers dat gericht is tegen al Yahud, de Joden, ziet een haat die niet onderdoet voor wat de media in het Derde Rijk vertoonden en waaraan alle redelijkheid ondergeschikt gemaakt wordt. Getuige het absurde besluit van UNESCO om de resten van onze tweede tempel  niet langer als Joods te bestempelen. Net als met de holocaustontkenning  worden hier pogingen gedaan om het Joodse volk te beroven van zijn geschiedenis. Via satellieten, social media en extremistische predikers sijpelt het gif, veelal onopgemerkt door de westerse media, door naar West-Europa waar het een vruchtbare bodem vindt onder jongeren van Noord-Afrikaanse en Midden-Oosterse origine. In het kielzog van die stroom van Jodenhaat laaien ook homo- en vrouwenhaat op, en een intense weerzin tegen onze westerse cultuur. Wij in het westen hebben daar nog steeds geen tegengif tegen gevonden. Integendeel, tot in de hoogste bestuursregionen laten wij het vaak maar gebeuren, deels uit onmacht, deels uit onverschilligheid, deels uit cultuurrelativisme.

Het duidelijkst is dat in het onderwijs waar bij veel leraren handelingsverlegenheid bestaat. Dat houdt in dat de leraar maar liever niet begint over de Holocaust en aanverwante onderwerpen doordat een deel van de leerlingen daar absoluut niets over wil horen. Een Joods meisje dat bij haar rector kwam klagen over hevige pesterijen kreeg alleen het advies voortaan haar kettinkje met de Davidsster maar niet meer te dragen. Uitingen van Jodenhaat worden op veel scholen genegeerd en met de mantel der liefde bedekt, uit angst om een veel grotere groep leerlingen tegen de haren in te strijken.

De overheid doet veel voor de Joodse gemeenschap op het gebied van veiligheid en bescherming. Wij worden op dat gebied werkelijk gehoord door onze nationale bestuurders. Maar op het gebied van onderwijs, educatie en informatie faalt de overheid. In Nederland en in de EU.

Laten onze bestuurders niet vergeten dat antisemitisme nooit alleen komt maar altijd in zijn kielzog andere vormen van discriminatie en racisme meeneemt. Wat wij nodig hebben, broodnodig, is nationaal en supranationaal een wérkelijke bewustwording van dit probleem, in al zijn complexiteit. Een werkelijke bewustwording die niet alleen maar politiek correct met de mond wordt beleden, terwijl in werkelijkheid effectieve actie uitblijft. Nodig is ontwikkeling van een doortimmerde strategie om dit eeuwenoude monster te lijf te gaan. De EU, en Nederland in de EU kunnen daarin een grote en beslissende rol spelen. U en ik  blijven herdenken, totdat de draak is verslagen, tot ál zijn koppen tandeloos zijn gemaakt.

Adon– oz leamo jiten, adon– jewarech et amo beshalom

Moge God ons kracht geven en moge God ons zegenen met vrede.

Ik dank u voor uw aandacht.