Aangifte tegen organisator nazi-beurs in Houten

door | aug 28, 2021 | Nieuws

Het Centraal Joods Overleg en CIDI doen aangifte tegen de organisator van een nazi-beurs in Houten, die op 22 augustus 2021 plaatsvond. Uit beelden van het tv programma Kassa bleek dat er op de beurs talloze voorwerpen met hakenkruizen en ss-tekens werden aangeboden. Dit is strafbaar op grond van artikel 137-e WvS. Dit verbiedt verspreiding of het in voorraad hebben van voorwerpen, die een uitlating bevatten die aanzet tot haat of geweld jegens een bevolkingsgroep.

Op de beelden van Kassa is te zien dat de Militariabeurs heel druk bezocht werd. Er waren meer dan 100 stands, waaronder die van organisator Gaston Vrolings. Onder de nazivoorwerpen die te koop werden aangeboden waren dolken met hakenkruizen en SS-leuzen, SS-insignes, bustes van Adolf Hitler en Duitse eremedailles met hakenkruis. Er was een ook gedragen Jodenster te koop voor 2500 euro met een boekje waarin persoonsgegevens van de draagster stonden. “Walgelijk,” zo oordeelt CJO-voorzitter Ronny Naftaniel. Hij ziet de beurs als een verheerlijking van het nazi-gedachtegoed en vindt het ernstig om te zien ‘dat er aan deze verwerpelijke ideologie zoveel geld wordt verdiend.’ 

De organisator van de beurs, Gaston Vrolings, is verbaasd over de aangifte. Hij geeft aan dat de beurs een educatief doel dient en dat er niets ontoelaatbaars plaatsvindt. “Al 40 jaar bestaan deze beurzen en het zijn doodgewone verzamelaars die de beurs bezoeken.” De aanname dat bezoekers sympathie zouden hebben voor het nazi-gedachtegoed, bestrijdt hij fel. “Handhavers lopen hier ook regelmatig rond en die hebben nog nooit iets geks gezien.”

Nationaal Coördinator Antisemitisme Bestrijding, Eddo Verdoner, zet daar zijn vraagtekens bij. “Het is naïef te denken dat het hier alleen gaat om een aantal stoffige verzamelaars, zeker ook als je kijkt naar het opkomend rechtsextremisme in Europa.” Hij roept in Kassa minister Grapperhaus op om de wet aan te scherpen, waardoor deze beurzen in de toekomst niet meer gehouden kunnen worden. Minister Grapperhaus geeft aan dat hij het gesprek hierover graag aangaat.