Nieuw nationaal Holocaustmuseum drukt ons met neus op de feiten

door | mrt 10, 2024 | Antisemitisme bestrijding, Herdenken, Nieuws | 0 Reacties

Chanan Hertzberger, voorzitter Centraal Joods Overleg

Bijna aan te raken

Juist wanneer de Tweede Wereldoorlog langzaam afglijdt om meer geschiedenis te worden dan dat het een plaats heeft in ieders persoonlijk geheugen, worden we met de neus op de feiten gedrukt. Er is weer imperialistisch wapengekletter in Europa en 7 oktober 2023 is de datum waarop het grootste aantal joden op één dag werd vermoord sinds mei 1945. Amsterdam had lang geen Holocaustmuseum. In Amsterdam was de Holocaust bijna aan te raken, in de leeggehaalde Jodenbuurt, in de plotselinge moderne Stopera op de plaats waar het eeuwenoude hart uit de Jodenbuurt was gerukt en in het Amsterdamse milieu op markten, in cafés en in de taal waar je de laatste kruimels joodse cultuur en religie kon aantreffen. Het is er allemaal nog maar nauwelijks. Voor het verdwijnt wordt het antwoord op de vraag waar en waardoor het is verdwenen, gegeven in het nieuwe Nationaal Holocaustmuseum.

Offline

Na 7 oktober lijkt het wel alsof het verhaal van de Sjoa niet meer mag worden verteld. De gemeente Amsterdam komt er plotseling achter dat haar website een journalistiek medium is geworden en haalt daarom een interview met oud-wethouder Rob Oudkerk offline. In geen ander dan Oudkerk komt het verhaal van de uitersten van de Jodenvervolging zo treffend samen. Zijn grootvader David Cohen was voorzitter van de Joodse Raad, zijn moeder Virri was een van de Joodse jonge vrouwen die baby’s en peuters via de crèche aan de overkant van de Hollandsche schouwburg naar onderduikadressen wist te krijgen. “Lezers klaagden over een ’eenzijdig beeld’,” zei een woordvoerder van de gemeente Amsterdam. Het was het antwoord op de vraag waarom Oudkerk met zijn Sjoa-verhaal en met zijn zelfs afgewogen mening over Israel, Gaza, Halsema en sit-ins in de hal van het Centraal Station op zwart werd gezet. Alsof er een te belichten keerzijde is aan antisemitisme.

Nasleep

De Sjoa en haar impact is nog steeds actueel. Nog steeds gaan er archieven open. Hoe het trambedrijf van het Amsterdamse GVB zonder de minste terughoudendheid de van huis gehaalde Joodse Amsterdammers vervoerde komt nu voor het eerst in beeld. Natuurmonumenten laat nu onderzoeken hoe fout ze daar waren; in de oorlog en ook al voor de oorlog. Het blijkt nu dat de voormalige Heidemij, tegenwoordig Arcardis, Joodse dwangarbeiders fors minder heeft betaald dan niet-Joodse arbeiders. Durft Nederland de waarheid onder ogen te zien als vanaf januari 2025 het archief bijzondere rechtspleging met duizenden dossiers van foute Nederlanders opengaat? In de nationale kunstcollectie bevinden zich nog duizenden kunstvoorwerpen uit geroofd Joods bezit. De overheid spant zich enorm in om te proberen daar een goede bestemming voor te vinden.

Als het CJO een bijeenkomst wil houden om daarover het publiek te informeren, heerst er vrees dat de bijeenkomst zal worden verstoord. Terwijl Meyer Sluyser in 1962 over de leeggehaalde Jodenbuurt het boek schreef Er groeit gras in de Weesperstraat, kan iets verderop het Nationaal Holocaustmuseum zestig jaar later niet openen zonder dat er rotsblokken ter bescherming voor liggen en kan de aanwezigheid van de Israëlische president Herzog bij de opening op verontwaardiging rekenen. Voor onze sjoels en onze scholen staan militairen met vijftien kilo extra bepakking, wapens, munitie, vesten. Joodse activiteiten worden aangekondigd met de garantie dat er beveiliging aanwezig is. Joodse studenten vragen zich af wie hun hedendaagse professor Cleveringa’s zijn, wie voor hen opkomt als de haat tegenover Israël wordt uitgeleefd tegenover mensen wiens enige ‘misdaad’ het is joods te zijn. Vorige week waren er gewelddadigheden tegen als zodanig herkenbare Joden in Parijs en Zürich.

Het nieuwe Nationaal Holocaustmuseum gaat niet alleen over datgene dat langzamerhand wegebt uit het menselijke geheugen en waarvoor wij een museum nodig hebben om het verhaal te blijven vertellen. Het gaat minstens zo zeer over het hier en nu.

Een verkorte versie is op 11 maart 2024 gepubliceerd in dagblad Trouw